Anne's Wiki Blog

Monday, October 30, 2006

Museumverhaal

“Weet je?” vraagt Michiel. “Nou?” antwoord Evelien. “Als ik ergens geen zin in heb is het om naar een museum te gaan” klaagt Michiel. “Ja, dat heb je al honderd keer gezegd!” antwoord Evelien kortaf. Michiel en Evelien staan samen op de bus te wachten. Deze was al te laat, maar het regende ook nog eens. “Als je nou ook nog gaat zeuren over de regen, laat ik je achter in het museum!” dreigt Evelien. Ze zien de bus in de verte al aankomen.

“Het laatste wat ik vandaag verwacht had, was dat het zou gaan regenen” treurde Martin. “Inderdaad” antwoordde Elizabeth teleurgesteld. “Het uitje zou dan wel niet doorgaan. Toch jammer terwijl” De deur vloog open en Elizabeth’s vader stampte binnen. Achter hem volgende zijn slaaf en een boodschapper. “Kinderen!” zei vader “Een boodschapper is gekomen met het bericht dat ons uitje gewoon doorgaat, ondanks de hevige regenval” “Maar dat is geweldig!” zei Elizabeth lachend. “De koets kan hier elk moment zijn” zei vader. Ze hoorden de koets al aankomen.

Aangekomen bij de trein stappen Michiel en Evelien in. Met een zucht gaat Evelien zitten en bedenktt zich wat ze kan gaan doen. Michiel gaat toch weer een spelletje spelen op zijn laptop, dus besluit ze om in haar digitale dagboek te schrijven. Ze nestelt zich, zover ze kan, in de stoelen en begint te typen. Donderdag 7 september 2006. Ze typt een stukje en komt tot de conclusie dat er nog niet zoveel gebeurd is vandaag. Ze klapt haar laptop dicht om vervolgens uit het raam te turen. Ze ziet een aantal huisjes die ze nog niet eerder gezien had, maar ook komen ze langs een pretpark en ze wist toch wel heel zeker dat die niet op de route lag. “Hee Michiel” zegt ze benauwd “Kijk eens uit het raam…” Michiel kijkt uit het raam en ook hij ziet meteen dat er iets niet klopt. Plotseling schalt er een zenuwachtige, trillerige stem door de speakers “Dames en heren, we hebben helaas last van een techn…” maar de stem word abrupt onderbroken door een harde knal. Het volgende moment wordt Evelien van haar stoel gesmeten en beland bijna bovenop Michiel die met zijn hoofd tegen de wand aan was gevallen. Evelien zoekt in paniek iets om zich aan vast houden, maar haar handen tasten in duisternis…

“Meneer en mevrouw, uw koets is gereed” “Dank je, Mary” zei Elizabeth. “Zal ik u vergezellen naar de koets, mevrouw?” vroeg Martin. “Hoe vaak moet ik het nog zeggen?” vroeg Elizabeth “U mag me gewoon Elizabeth noemen!” Eenmaal ingestapt, keek Elizabeth heel zuur. Ze wist dat Martin met haar vader zou gaan praten over allerlei onzinnigheden terwijl ze zelf liever Martin’s verhalen wilde horen over zijn avonturen. Ze had vandaag al in haar dagboek geschreven en besloot om dan maar uit het raampje te gaan turen. Ze zag een aantal grote landhuizen die ze niet kende, maar ook kwamen ze langs een kermis en ze wist zeker dat deze niet op de route lag. “Vader!” zei Elizabeth benauwd “ Kijk eens uit het raam…” Vader en Martin keken uit het raam en ze zagen meteen dat er iets niet klopte. Plotseling werd hun discussie onderbroken door het geluid van zwaarden. Nog geen seconde later begon de koets gevaarlijk te wiebelen totdat deze uiteindelijk kantelde. Elizabeth werd van haar bank afgesmeten en viel hard op de bank tegenover haar. Ze wilde zich ergens aan vast houden, maar haar handen tastten in duisternis…

Evelien begon in paniek te raken en ging steeds sneller met haar handen door de duisternis heen, alsof er daardoor meer licht zou komen. Opeens voelt ze iets. Het blijkt de arm van Michiel te zijn, die nog steeds niet helemaal bijgekomen is. “Michiel! Michiel!” schreeuwt ze paniekerig “Michiel!”. De paniek sloeg nu echt toe. Gelukkig kwam Michiel alweer bij en keek Evelien met verdwaasde ogen aan. “Ik…” zegt hij “Ik zag alles aan me voorbijgaan! Alles…wat is er eigenlijk gebeurd?” Evelien huilt en zegt snikkend “Ik weet het niet! Ik weet, oh Michiel, ik wil hier niet blijven!” Evelien barst nu in tranen uit. “Ik wil hier niet doodgaan! Moet je zien hoe het er hier uitziet, ik wil… ik kan hier…” Michiel gaat een stukje overeind zitten en pakt met zijn bloedende en geschaafde handen haar hoofd vast. Evelien was nog steeds in paniek, totdat Michiel zich voorover boog en haar op haar mond kust. Plotseling is het helemaal stil. Alleen het schelle geluid van de ambulance- sirene is in de verte te horen. Ze durven allebei niet te ademen of te bewegen. Opeens horen ze voetstappen in de ruimte achter hen. Een felle lamp schijnt opeens op de twee slachtoffers en ze wenden hun ogen af. Ze durven elkaar niet aan te kijken. “Rustig maar mensen!” schreeuwt een onbekende stem “We zijn reddingswerkers, we komen jullie redden! Blijf maar rustig zitten dan hebben we jullie hier zo uit!”

Elizabeth voelde aan haar hoofd die nu echt pijn ging doen. Tastend in de duisternis, stond ze uiteindelijk overeind. Ze klom uit de koets en keek om zich heen. Ze was in een bos, dat was zeker en door de aankomende storm was het erg duister en donker aan het worden. “Vader!” riep ze “Vader!” maar er weerklonk geen antwoord. Plotseling zag ze Martin liggen en rende erheen. “Martin! Martin!” schreeuwde ze paniekerig “Martin!” Martin bleek bij te komen. Elizabeth keek naar zijn handen. “Ik pak wat stof voor je bloedende handen” zei Elizabeth zacht en rende vervolgens naar de koets. Ze hoorde een geluid uit de bosjes naast zich en voordat ze tijd had om te bedenken wat het kon zijn vloog er al een schaduw uit. Hij rees zijn zwaard en wilde toeslaan, maar Martin sprong voor Elizabeth. “Ik wil hier niet doodgaan! Moet je zien hoe ik eruit zie, ik wil… ik kan hier…” barstte Elizabeth in tranen uit. Martin raapte snel een verdwaald zwaard op en een gevecht was snel begonnen. Elizabeth kneep haar ogen dicht en bad tot God om haar hier niet dood te laten gaan. Plotseling was het helemaal stil. Ze opende haar ogen, hopend dat het Martin was die de victorie behaald had. Ze zag een schaduw op de grond kramperen en, gelukkig, Martin die nog steeds overeind stond. Hij draaide zijn hoofd en keek naar Elizabet. Met krachtige passen liep hij naar haar toe en nam haar hoofd in zijn handen. “Elizabeth” zei Martin en kustte haar vervolgens op de mond. Alleen het geluid van hun adem was nog te horen en het geluid van voetstappen in de verte. Een dof licht van een olielamp verscheen in de duisternis. “Rustig maar” schreeuwde een onbekende stem “We komen jullie redden! Blijf rustig zitten dan halen we jullie zo uit dit vervloekte bos!”

Epiloog

Het bos was inderdaad vervloekt, door een tovenares maar dat is weer een ander verhaal. De twee geliefden beleven het ongeluk elke eeuw weer opnieuw. Bij Elizabeth en Martin begon deze vloek en Evelien en Michiel waren gedoemd om deze ook te herleven. Als Evelien en Michiel naar het museum waren doorgereisd, hadden ze de dagboeken gevonden ( op de archeologische afdeling ) van Elizabeth en Martin die een heel onderzoek gewijd hebben aan deze vloek. Maar ze leefden wel lang en gelukkig!

0 Comments:

Post a Comment

<< Home